28. Een dansende wolk.

‘O jee,’ zegt Harrie. ‘Het gaat toch niet weer onweren, hè?’ Hij wijst naar een grote zwarte wolk in de verte.

‘Ik hoop het niet,’ antwoordt Toeloeloe. ‘Vandaag wil ik lekker in de zon liggen.’

‘Dat gaat vast niet lukken,’ zegt Harrie. ‘Kijk maar, de wolk komt steeds dichterbij.’

Toeloeloe tuurt naar lucht. Harrie heeft gelijk. De wolk komt heel snel hun kant op.

‘Jammer,’ zucht Toeloeloe.

Hé, maar wat is dat? Er gebeurt iets heel vreemds. De wolk gaat ineens de andere kant op. ‘Zie jij wat ik zie?’ vraagt Toeloeloe verbaasd.

Harrie knikt. ‘De wolk heeft zich omgedraaid.’

‘Maar dat kan helemaal niet,’ roept Toeloeloe. ‘Dat is raar.’

Toeloeloe en Harrie turen naar de lucht. De wolk drijft steeds verder weg. Wat vreemd.

‘Er gebeuren hier rare dingen,’ mompelt Harrie.

Precies op dat moment valt de wolk naar beneden. Hij blijft vlak boven de grond hangen en even later schiet hij weer omhoog.

Harrie begint te gillen. ‘Ik wil hier weg, Toeloeloe. Straks valt de wolk bovenop ons.’ Harrie rent weg.

Toeloeloe moet lachen. ‘Doe niet zo raar, Harrie. Wolken kunnen niet vallen.’

‘Wel waar!’ roept Harrie. ‘Ik heb het net toch zelf gezien.’ Hij rent verder en verstopt zich achter een struik.

‘Ooooh,’ roept Toeloeloe ineens. ‘Kom eens kijken, Harrie. Het lijkt wel of de wolk aan het dansen is!’

Harrie komt voorzichtig tevoorschijn. Hij kijkt naar de lucht. Warempel. Toeloeloe heeft gelijk. De wolk is aan het dansen. Langzaam beweegt hij van rechts naar links en van boven naar beneden. Het ziet er prachtig uit!

‘Mooi hè,’ zegt Toeloeloe. ‘Ik heb nog nooit zoiets raars gezien.’

Harrie knikt. De dansende wolk komt steeds dichterbij. Harrie is nu niet meer zo bang.

‘Luister,’ zegt Toeloeloe. ‘De wolk maakt geluid. Het lijkt wel of hij zingt.’

Zzzzzzzzzzzzzzzzzz. Zzzzzzzzzzzzzz, zingt de wolk. Het klinkt prachtig.

Even later hangt de wolk precies boven Toeloeloe en Harrie.

Zzzzzzzzzzz. Zzzzzzzzzzzzz, klinkt het nu heel hard.

En dan pas zien Toeloeloe en Harrie het. Het is helemaal geen wolk. Het zijn wel tienduizenden hele kleine mugjes die heel dicht bij elkaar zweven.

‘Wie zijn jullie?’ roept Toeloeloe naar boven.

‘Wij zzzzzzzzzijn dansmuggen,’ antwoorden de mugjes allemaal tegelijk.

‘Wat leuk!’ schreeuwt Toeloeloe. De dansmuggen maken heel veel lawaai. Zzzzzzzzzzzzzz.

‘Jullie kunnen heel mooi dansen!’

‘Dank je wel,’ antwoorden de muggen.

‘Waarom dansen jullie?’ vraagt Harrie nieuwsgierig. ‘Hebben jullie een feestje?’

‘Nee hoor,’ antwoorden de muggen. ‘Wij dansen altijd. Daar worden we zzzzzzzzo vrolijk van. Moeten jullie ook eens doen. Maar nu moeten we weer verder. Dag hoor.’

Precies tegelijk draaien alle muggen zich om en vliegen razendsnel omhoog. Nu lijken ze weer op een grote dansende wolk.  Toeloeloe en Harrie kijken net zo lang tot ze bijna niet meer te zien zijn.

‘Kan jij dansen?’ vraagt Toeloeloe.

‘Ik weet het niet,’ antwoordt Harrie. ‘Ik heb het nog nooit geprobeerd.’

‘Ik ook niet,’ zegt Toeloeloe,’ maar het vast niet moeilijk. Kom, we gaan het proberen.’

Toeloeloe beweegt haar 10 pootjes heen en weer. Harrie moet heel hard lachen. ‘Het ziet er heel raar uit.’

‘Nou, laat jij dan eens zien hoe het moet,’ zegt Toeloeloe.

Harrie zwiept met zijn staart.

‘Dat lijkt helemaal niet op dansen,’ lacht Toeloeloe. ‘Kom, we proberen het samen.’

Ze pakt de pootjes van Harrie en samen springen ze op en neer en heen en weer.

‘Hoera,’ roept Toeloeloe. ‘Dansen is leuk!’