37. Groot feest!

Stan rent voor Toeloeloe en Harrie uit.

‘Sneller!’, roept hij ongeduldig. ‘Kunnen jullie niet wat harder lopen?’

‘Rustig nou maar,’ zegt Harrie. ‘Het komt allemaal goed.’

Even later komen ze bij het huisje van Stan. Hij woont onder een prachtige struik. De bladeren zijn lichtgroen en er bloeien roze bloemen in. Je moet heel goed kijken om zijn huisje te zien. Het zit helemaal verstopt onder de bladeren.

‘Ik ga gauw terug om een web te maken,’ hijgt Stan. ‘En vliegjes vangen. Tot straks’. Hij rent hard weg.

‘Wat een druktemaker,’ lacht Toeloeloe. Ze kijkt om zich heen. ‘Wat is het hier netjes. We hoeven helemaal niets op te ruimen. Het is al keurig genoeg. Maar ook heel saai.’

Dat vindt Harrie ook. ‘Laten we het een beetje gezellig maken,’ zegt hij.

‘Goed idee,’ vindt Toeloeloe. ‘We gaan eerst slingers ophangen. Bij een verjaardag horen slingers.’

Toeloeloe en Harrie gaan op zoek naar mooie gekleurde bloemetjes. Ze maken er prachtige slingers van en hangen die in Stans huisje. Ze leggen mos op de grond, zodat de visite lekker zacht kan zitten.

‘Wat denk je van feestmutsjes?’ vraagt Toeloeloe.

‘Goed idee!’ roept Harrie. ‘We gaan feestmutsjes zoeken.’

Al snel vinden ze een heleboel gekke rode bloemetjes.  Ze lijken echt op mutsjes. ‘Die zijn leuk!’ roept Toeloeloe blij. ‘Daar wordt Stan vast heel vrolijk van.’

Onderweg vinden ze nog een paar lege notendoppen die ze vullen met lekkere blaadjes.’

‘We moeten nog een taart hebben,’ roept Toeloeloe plotseling.

‘O ja! Taart! Wat voor taart zouden spinnen lekker vinden?’ vraagt Harrie.

‘Ik weet het niet,’ zegt Toeloeloe, ‘maar ze houden vast wel van bananen. Kom we gaan snel een bananentaart maken. En als ze hem niet lekker vinden, dan eten wij op.’

Toeloeloe en Harrie gaan hard aan het werk. De bananentaart wordt prachtig. Hij is versierd met mooie bloemen en kleine besjes.

Toeloeloe en Harrie kijken tevreden om zich heen. Wat ziet het er gezellig uit! Ze hopen dat Stan het ook mooi vindt. Ze wachten voor het huisje op hem.

Daar komt hij al aanrennen. Hij heeft een klein spinnenwebtasje bij zich. Het tasje zit vol vliegjes.

‘Zijn jullie klaar?’ hijgt Stan. ‘De visite komt er al aan. Ik hoop toch zo dat het een leuk feestje wordt. Ik ben zo zenuwachtig.’

Hij rent zijn huisje in. ‘Oooh. Wat is het hier mooi en gezellig. Wat lief van jullie. Komen jullie ook op mijn feestje?’ vraagt Stan.

Toeloeloe wil wel graag blijven, maar Harrie schudt zijn kop.

‘Ik denk dat het beter is dat we weggaan,’ zegt hij. ‘We zouden jouw visite alleen maar bang maken. Dat is niet de bedoeling. Geniet jij maar van jouw feestje. Heel veel plezier.’

‘Dit is voor jou,’ zegt Toeloeloe. Ze zet de feestmuts op Stans hoofd.

‘Dank je wel,’ roept Stan. ‘Dit wordt het mooiste verjaardagsfeest ooit.’ Hij maakt een dansje in het rond.

Toeloeloe en Harrie horen de visite al aankomen.

‘We gaan er gauw vandoor, Stan,’ zegt Toeloeloe. ‘Heel, heel, heel veel plezier! Toedeloe!’

‘Geniet ervan. Hai. Hai.’ zegt Harrie.

Toeloeloe en Harrie lopen snel weg. Als ze achterom kijken zien ze nog net de visite aankomen. Hun ogen worden groot van verbazing. Dat zijn niet een paar spinnetjes. Het zijn er een heleboel!

Dat wordt zeker weten een groot feest!